Krijgt jouw peuter of kleuter voorschoolse of vroegschoolse educatie (VVE)?

Als jouw peuter of kleuter moeite heeft met taal, kan het zijn dat jouw kind in aanmerking komt voor voorschoolse educatie op de kinderopvang. De gemeente beslist of jouw kind hiervoor in aanmerking komt en meestal verloopt dit via het consultatiebureau.

Voorschoolse educatie

Voorschoolse educatie is bedoeld voor peuters tussen de 2,5 en 4 jaar oud, bij wie ouders thuis niet voldoende in staat zijn om de ontwikkeling van hun kind te stimuleren. Op deze manier krijgen deze kinderen een goede basis voor de basisschool. Tijdens voorschoolse educatie brengt jouw kind ongeveer 16 uur per week door op de kinderopvang. Daar wordt een speciaal programma gevolgd om de ontwikkeling van jouw kind te bevorderen.

Nadruk op de Nederlandse taal en samenwerken

In de voorschoolse educatie leert jouw kind spelenderwijs de Nederlandse taal beter te beheersen. Ook wordt er aandacht besteed aan samenwerken en gericht werken aan opdrachten. Hierdoor kan jouw kind eventuele achterstanden inhalen en met een goede start aan de basisschool beginnen.

Gemeentelijke bepaling van voorschoolse educatie

Het consultatiebureau informeert jou of jouw kind in aanmerking komt voor voorschoolse educatie (een ‘VVE-indicatie’). Gemeenten bepalen welke kinderen hiervoor in aanmerking komen. Zij kijken bijvoorbeeld naar de taal die thuis wordt gesproken of naar de taalontwikkeling van het kind. Op de website van jouw gemeente kun je nagaan welke specifieke voorwaarden er gelden.

Overdracht van gegevens naar de basisschool

Wanneer jouw kind naar de basisschool gaat, kan het zijn dat de kinderopvang gegevens over de ontwikkeling van jouw kind doorstuurt naar de basisschool. Dit gebeurt alleen als jij als ouder hiervoor toestemming hebt gegeven.

Vroegschoolse educatie: voor kinderen in groep 1 en 2

Kinderen mogen vanaf 4 jaar naar de basisschool, ook als ze voorschoolse educatie hebben gevolgd. Op de basisschool is er eveneens extra aandacht voor kinderen die dat nodig hebben. Veel basisscholen besteden bijvoorbeeld extra aandacht aan taal en lezen. Soms krijgen kinderen les in kleinere groepen zodat er meer persoonlijke aandacht is. Scholen ontvangen hiervoor extra financiële middelen, en ze bepalen zelf hoe ze deze inzetten.

Hoe krijgt jouw hoogbegaafde kind onderwijs?

Het onderwijs voor hoogbegaafde kinderen is opgenomen in het basisaanbod van scholen. Echter, scholen hebben de vrijheid om speciale programma’s te ontwikkelen, zoals een plusklas of extra lesmateriaal, om aan de behoeften van hoogbegaafde leerlingen te voldoen.

Ondersteuning op school voor hoogbegaafde kinderen

Wanneer blijkt dat jouw kind hoogbegaafd of getalenteerd is, kan de school bijvoorbeeld:

extra lesmateriaal aanbieden;

de reguliere lesstof versneld behandelen;

een aparte klas opzetten binnen de school, zoals plusklassen.

Basisonderwijs en hoogbegaafdheid

Gewone basisscholen kunnen zowel minder begaafde als meer begaafde leerlingen extra ondersteuning bieden. In het schoolondersteuningsprofiel of schoolplan beschrijven scholen welke vormen van ondersteuning en begeleiding zij aanbieden.

Voortgezet onderwijs en hoogbegaafdheid 

In het voortgezet onderwijs zijn scholen zelf verantwoordelijk voor op maat gemaakt onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen. Scholen ontvangen hiervoor financiële middelen. In het schoolplan wordt beschreven welke initiatieven de school neemt voor hoogbegaafde leerlingen.

Daarnaast bestaat er een nationaal netwerk van scholen met een speciaal begaafdheidsprofiel. Deze scholen besteden extra aandacht aan hoogbegaafde leerlingen.

Extra financiering voor onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen

De overheid stelt financiële middelen beschikbaar voor het onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen. Samenwerkende scholen in de regio zorgen ervoor dat er passend onderwijsaanbod beschikbaar is. Dit kan onder andere inhouden:

De scholen hebben zelf de vrijheid om te bepalen welke voorzieningen zij aanbieden.

Herkenning van hoogbegaafdheid door middel van testen

Hoogbegaafde kinderen kunnen diverse kenmerken vertonen, zoals:

Niet alle hoogbegaafde kinderen hebben alle bovengenoemde eigenschappen. Sommige hoogbegaafde leerlingen kunnen bijvoorbeeld sociaal sterk zijn, terwijl anderen juist meer op zichzelf gericht zijn. Je kunt jouw kind laten testen om vast te stellen of het hoogbegaafd is. Verschillende testen voor hoogbegaafdheid zijn beschikbaar.

Ontvangt mijn kind met ADHD of autisme aangepaste ondersteuning?

De school is verantwoordelijk voor het bieden van ondersteuning indien jouw kind met ADHD of autisme dit nodig heeft. Als de extra hulp niet haalbaar is op de school van jouw keuze, zal jouw kind ondersteuning krijgen op een andere school, wellicht een speciale school.

Beoordeling van de noodzaak voor extra begeleiding door de school

Bij de inschrijving van jouw kind op de school van jouw voorkeur, kun je schriftelijk aangeven of jouw kind extra hulp nodig heeft. Vervolgens zal de school onderzoeken of er behoefte is aan extra begeleiding voor jouw kind. De school zal proberen om deze ondersteuning zelf te bieden. Mocht de school niet in staat zijn om de benodigde hulp te bieden, dan zal er samen met jou naar een passende oplossing worden gezocht. Dit kan betekenen dat jouw kind op een andere reguliere school wordt geplaatst of mogelijk in het speciaal onderwijs terechtkomt. Dit proces verloopt altijd in nauwe samenwerking met jou als ouder.

Voor de extra ondersteuning van jouw kind is het niet meer nodig om een indicatie aan te vragen, aangezien het systeem van de ‘rugzakjes’ niet langer van toepassing is.

Hoe krijgen leerlingen met dyscalculie ondersteuning op school?

Op school zijn diverse mogelijkheden beschikbaar om leerlingen met dyscalculie te ondersteunen, afhankelijk van het type onderwijs dat je volgt. Bijvoorbeeld, leerlingen mogen een rekenmachine gebruiken.

Dyscalculie herkennen

Dyscalculie is een stoornis die problemen veroorzaakt bij rekenen en cijfers. Leerlingen met dyscalculie ervaren moeilijkheden bij wiskunde en rekenen, wat bijvoorbeeld klokkijken of omgaan met geld kan bemoeilijken. Het is van belang dat scholen dyscalculie tijdig herkennen om een correct beeld van de mogelijkheden van de leerling te krijgen.

Scholen hanteren richtlijnen om dyscalculie tijdig te identificeren. Je kunt de richtlijnen voor het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs raadplegen.

Basisonderwijs en dyscalculie

Het zorgplan van elke basisschool bevat informatie over de begeleiding die leerlingen met dyscalculie krijgen.

Voortgezet onderwijs en dyscalculie

Voor leerlingen met dyscalculie in het voortgezet onderwijs zijn verschillende maatregelen beschikbaar. Het dyscalculieprotocol helpt scholen bij de ondersteuning van deze leerlingen. Tijdens centrale examens kunnen leerlingen met dyscalculie een tijdverlenging van maximaal 30 minuten krijgen. Bovendien mogen ze bij alle centrale examens een rekenmachine gebruiken. Andere hulpmiddelen, zoals een formulekaart of rekentabellen, zijn niet toegestaan volgens de schoolregels.

Hoe wordt er omgegaan met leerlingen met dyslexie op school?

Scholen beslissen zelf welke strategieën en ondersteuningsmiddelen ze gebruiken om leerlingen met dyslexie te begeleiden. Dit kan bijvoorbeeld luisterboeken of extra tijd voor leesopdrachten omvatten. Leerlingen met dyslexie hebben moeite met het omzetten van letters en woorden (op papier of digitaal) naar gesproken klanken.

Basisonderwijs en dyslexie

In het basisonderwijs krijgen kinderen met leesproblemen gerichte ondersteuning. Sommige scholen hanteren een dyslexieprotocol waarin staat hoe ze met dyslexie omgaan. Het zorgplan van de basisschool beschrijft welke methoden en hulpmiddelen de school inzet voor leerlingen met dyslexie.

Voortgezet onderwijs en dyslexie

Middelbare scholen kunnen op diverse manieren tegemoetkomen aan de behoeften van dyslectische leerlingen door bijvoorbeeld: 

Dyslexieverklaring

Om in aanmerking te komen voor ondersteuningsmiddelen op school hebben leerlingen in het voortgezet onderwijs een dyslexieverklaring nodig. Deze verklaring beschrijft de specifieke uitdagingen die dyslexie veroorzaakt en welke hulpmiddelen kunnen helpen. Alleen een erkende psycholoog of orthopedagoog, gespecialiseerd in leerstoornissen, kan een geldige dyslexieverklaring afgeven.