Waarom is er geen vast maximum voor de grootte van groepen in het basisonderwijs?

De beslissing over hoeveel kinderen er in een klas worden geplaatst, ligt in handen van de school zelf. Het budget dat de school ontvangt, is gebaseerd op een gemiddelde van 24 kinderen per groep. Toch is het niet altijd haalbaar of gewenst om grotere klassen te verkleinen.

Sommige basisscholen maken bewust de keuze voor grotere groepen. Ze kunnen bijvoorbeeld onderwijsassistenten inschakelen om bepaalde taken op zich te nemen. Het instellen van een wettelijk maximum voor groepsgrootte zou scholen kunnen beperken in het kiezen van alternatieve of vernieuwende onderwijsmethoden.

Hoeveel leerlingen mogen er eigenlijk in een klaslokaal zitten?

Voor zowel basisscholen als scholen in het voortgezet onderwijs zijn er normen vastgesteld voor de minimale ruimte per leerling. Het exacte ruimtevolume per leerling verschilt op basis van de schoolsoort en het leerjaar.

Minimale ruimte voor een leerling

De minimale hoeveelheid ruimte die aan elke leerling moet worden toegewezen, wordt uitgedrukt in bruto vloeroppervlakte per leerling, gemeten in vierkante meters (m2). Dit omvat het totale vloeroppervlak van het hele schoolgebouw, inclusief ruimtes zoals gangen, trappen en wc’s.

Ruimte per leerling in het basisonderwijs

Voor basisscholen geldt een minimum van 3,5 vierkante meter bruto vloeroppervlakte per leerling.

Ruimte per leerling in het voortgezet onderwijs (vo)

In het voortgezet onderwijs is de vloeroppervlaktenorm afhankelijk van:

  1. het type onderwijs;
  2. het leerjaar.

De precieze normen zijn te vinden in het Uitvoeringsbesluit voorzieningen in de huisvesting po/vo.

Ruimte per leerling in het leerwegondersteunend onderwijs (lwoo)

Leerlingen die leerwegondersteunend onderwijs volgen, hebben recht op meer vloeroppervlakte dan andere vo-leerlingen:

  1. Voor klas 1 en 2 geldt een extra 0,7 vierkante meter per leerling.
  2. Voor klas 3 en 4 geldt een extra 1,2 vierkante meter per leerling.

Ruimte per leerling in het speciaal onderwijs

In het speciaal onderwijs hangt de minimale vloeroppervlaktenorm af van:

  1. het type school;
  2. de beperkingen van de kinderen.

Deze normen zijn ook te vinden in het Uitvoeringsbesluit voorzieningen in de huisvesting po/vo.

Ruimte per leerling in het beroepsonderwijs en hoger onderwijs

Voor het middelbaar beroepsonderwijs en het hoger onderwijs zijn er geen wettelijke normen voor ruimtevolume. De instellingen zijn zelf verantwoordelijk voor hun huisvesting.

Ruimte voor speelplaatsen

De grootte van een schoolplein wordt bepaald door de gemeente waarin de school zich bevindt. De specifieke normen voor buitenspeelruimten zijn vastgelegd in de ‘verordening onderwijshuisvesting’ van die gemeente.

Als je vragen hebt over de normen voor ruimte en huisvesting, kun je contact opnemen met de gemeente of rechtstreeks met de school.

Hoe ziet de groep van jouw kind op de basisschool eruit?

De samenstelling van de klas op de basisschool wordt bepaald door de school. Er bestaat geen strikte bovengrens voor de groepsgrootte. Gewoonlijk telt een groep gemiddeld 23 of 24 leerlingen. Meestal worden kinderen van vergelijkbare leeftijden bij elkaar in één groep geplaatst. Het is echter ook mogelijk dat er combinatieklassen zijn waarin kinderen van verschillende leeftijden samen zitten.

Gemiddeld aantal leerlingen in het basisonderwijs

Er zijn geen officiële voorschriften vanuit de overheid over het maximale aantal leerlingen in een groep. De school van jouw kind bepaalt dit zelf. In 2019 bedroeg de gemiddelde groepsgrootte 22,6 leerlingen en in 2020 was dit 22,9 leerlingen.

Stamgroepen

Sommige basisscholen kiezen voor grotere stamgroepen. In een stamgroep worden kinderen met verschillende leeftijden of niveaus bij elkaar geplaatst. Voor bepaalde vakken krijgen leerlingen dan apart les in kleinere groepen. Deze lessen worden vaak gegeven door een andere leraar of een onderwijsassistent.

Gecombineerde klas

Een gecombineerde klas bestaat uit verschillende groepen. Bijvoorbeeld, een combinatie van groep 3 en 4 leerlingen. Scholen kunnen ervoor kiezen om een combinatieklas te vormen als dit past bij hun onderwijsvisie, als de school klein is, of als er een tekort aan leraren is.

Aantal leerlingen in een klaslokaal

Er zijn wettelijke voorschriften die aangeven hoeveel ruimte elke leerling minimaal nodig heeft. Deze minimale ruimte wordt uitgedrukt in bruto vloeroppervlakte in vierkante meters (m2). De bruto vloeroppervlakte omvat alle ruimtes in het schoolgebouw, inclusief gangen, trappen en toiletten. In het basisonderwijs is de minimale vloeroppervlakte per leerling vastgesteld op 3,5 m2.