Wat zijn de voorwaarden voor het oprichten van een nieuwe school?
Als gemeenten, schoolbesturen of ouders het initiatief nemen om een nieuwe school op te zetten met financiële steun (bekostiging) van de overheid, moeten zij voldoen aan wettelijke vereisten. Het is onder andere noodzakelijk dat de nieuwe school kwalitatief goed onderwijs zal bieden en dat er voldoende interesse is van ouders en leerlingen.
Vereisten voor het oprichten van een school
Gemeenten, schoolbesturen of ouders die het plan hebben om een nieuwe school op te richten, moeten vooraf kunnen aantonen dat:
- Er voldoende interesse is van ouders en leerlingen in de nieuwe school.
Een manier om dit aan te tonen is door verklaringen van ouders die van plan zijn om hun kind naar de nieuwe school te sturen, of door middel van een marktonderzoek. De voorwaarden voor het meten van interesse voor basisscholen en middelbare scholen staan vermeld op de website van DUO.
- De nieuwe school kwalitatief goed onderwijs zal bieden.
De eisen voor goed onderwijs zijn opgenomen in het Advieskader nieuwe scholen. Dit omvat onder andere eisen met betrekking tot burgerschapsonderwijs en het minimum aantal lesuren. De Inspectie van het Onderwijs beoordeelt vooraf of de nieuwe school in staat is om kwalitatief goed onderwijs te verzorgen.
- de bestuurders en toezichthouders van onbesproken gedrag zijn.
Bestuurders en toezichthouders dienen een Verklaring Omtrent het Gedrag te overleggen.
Voorafgaand overleg met scholen en gemeente
Degene die plannen heeft voor het oprichten van een nieuwe school, dient vooraf in gesprek te gaan met:
- Schoolbesturen in de nabijheid van de nieuwe school;
De initiatiefnemers kunnen met de schoolbesturen bespreken of het concept van de nieuwe school binnen een bestaande school past.
- Het samenwerkingsverband passend onderwijs;
Dit samenwerkingsverband kan aanvullende ondersteuning bieden voor leerlingen op de nieuwe school die beperkingen, leerproblemen of gedragsproblemen hebben.
- de gemeente;
- In overleg met de gemeente kan de nieuwe school bijvoorbeeld de huisvesting bespreken.
Andere overwegingen voor een nieuwe school
Als initiatiefnemer van een nieuwe school dien je vooraf na te denken over zaken als:
- het onderwijsconcept van de nieuwe school;
- de kwaliteitseisen van het onderwijs (deze zijn vastgelegd in het Advieskader nieuwe scholen);
- wervingsstrategieën voor leerlingen;
- wervingsmethoden voor personeel;
- huisvesting;
- de beschikbaarheid van financiële middelen voor de periode tussen de goedkeuring van de nieuwe school en de start ervan;
Belangrijke datums voor het oprichten van een school
Initiatiefnemers voor een nieuwe school dienen in november een aanvraag in te dienen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). In juni van het daaropvolgende jaar beslist de minister van onderwijs of de nieuwe school van start kan gaan. De school kan dan starten 14 maanden na deze beslissing.
De specifieke datums waarop initiatiefnemers voor een nieuwe school bepaalde zaken uiterlijk moeten regelen, zijn te vinden in de kalender met belangrijke datums. Meer informatie over de belangrijke datums voor basisscholen en het voortgezet onderwijs is beschikbaar op de relevante websites.
Krijgt jouw peuter of kleuter voorschoolse of vroegschoolse educatie (VVE)?
Als jouw peuter of kleuter moeite heeft met taal, kan het zijn dat jouw kind in aanmerking komt voor voorschoolse educatie op de kinderopvang. De gemeente beslist of jouw kind hiervoor in aanmerking komt en meestal verloopt dit via het consultatiebureau.
Voorschoolse educatie
Voorschoolse educatie is bedoeld voor peuters tussen de 2,5 en 4 jaar oud, bij wie ouders thuis niet voldoende in staat zijn om de ontwikkeling van hun kind te stimuleren. Op deze manier krijgen deze kinderen een goede basis voor de basisschool. Tijdens voorschoolse educatie brengt jouw kind ongeveer 16 uur per week door op de kinderopvang. Daar wordt een speciaal programma gevolgd om de ontwikkeling van jouw kind te bevorderen.
Nadruk op de Nederlandse taal en samenwerken
In de voorschoolse educatie leert jouw kind spelenderwijs de Nederlandse taal beter te beheersen. Ook wordt er aandacht besteed aan samenwerken en gericht werken aan opdrachten. Hierdoor kan jouw kind eventuele achterstanden inhalen en met een goede start aan de basisschool beginnen.
Gemeentelijke bepaling van voorschoolse educatie
Het consultatiebureau informeert jou of jouw kind in aanmerking komt voor voorschoolse educatie (een ‘VVE-indicatie’). Gemeenten bepalen welke kinderen hiervoor in aanmerking komen. Zij kijken bijvoorbeeld naar de taal die thuis wordt gesproken of naar de taalontwikkeling van het kind. Op de website van jouw gemeente kun je nagaan welke specifieke voorwaarden er gelden.
Overdracht van gegevens naar de basisschool
Wanneer jouw kind naar de basisschool gaat, kan het zijn dat de kinderopvang gegevens over de ontwikkeling van jouw kind doorstuurt naar de basisschool. Dit gebeurt alleen als jij als ouder hiervoor toestemming hebt gegeven.
Vroegschoolse educatie: voor kinderen in groep 1 en 2
Kinderen mogen vanaf 4 jaar naar de basisschool, ook als ze voorschoolse educatie hebben gevolgd. Op de basisschool is er eveneens extra aandacht voor kinderen die dat nodig hebben. Veel basisscholen besteden bijvoorbeeld extra aandacht aan taal en lezen. Soms krijgen kinderen les in kleinere groepen zodat er meer persoonlijke aandacht is. Scholen ontvangen hiervoor extra financiële middelen, en ze bepalen zelf hoe ze deze inzetten.
Wie regelt het onderhoud en de schoonmaak van een basisschool?
Het is het bestuur van een basisschool dat verantwoordelijk is voor het organiseren van het schoonmaakproces van het schoolgebouw. Daarnaast heeft het bestuur ook de taak om het buitenonderhoud van het schoolgebouw te verzorgen. In het streven naar een gezond binnenklimaat in de klaslokalen biedt de overheid ondersteuning aan scholen.
Schoonmaakplan voor basisscholen
Het schoonmaakplan van een basisschool bepaalt de frequentie van de schoonmaakwerkzaamheden. De overheid stelt financiële middelen ter beschikking aan basisscholen om het schoonmaakproces te faciliteren.
Optimaliseren van luchtkwaliteit op basisscholen
Een goed geventileerd klaslokaal draagt bij aan een betere leeromgeving voor kinderen. De GGD houdt toezicht op de luchtkwaliteit in scholen om ervoor te zorgen dat deze aan de gestelde normen voldoet. Voor richtlijnen en voorschriften met betrekking tot ‘frisse scholen’ kunt u terecht bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Welke stappen onderneemt de minister van Onderwijs ten aanzien van de Stichting Islamitische School Amsterdam (ISA)?
Het versterken van het bestuur van de Stichting Islamitische School Amsterdam (ISA) is noodzakelijk volgens de minister van Primair en Voortgezet Onderwijs, minister Wiersma.
Er zullen 3 nieuwe bestuurders worden aangesteld om de situatie te stabiliseren en het belang van de leerlingen te waarborgen. Dit besluit volgt op een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar zowel de financiële situatie als de onderwijskwaliteit van de school.
Openhouden van scholen
De drie scholen onder de Stichting Islamitische School Amsterdam, namelijk Al Yaqoet, Al Jhawara en Al Maes, blijven allemaal geopend.
Aanpak van bestuurlijke situatie
Eerder had de minister aangegeven dat het gehele bestuur zou moeten vertrekken, maar dit is niet langer het geval. Het huidige bestuur lijkt stappen te ondernemen om de onderwijskwaliteit te verbeteren en de situatie te stabiliseren. Er vinden gesprekken plaats tussen het ministerie, de inspectie en het bestuur om hierover overeenstemming te bereiken.
De interim directeur-bestuurder zal het lopende schooljaar blijven aansturen om rust te bewerkstelligen, totdat een nieuwe directeur wordt aangesteld. Het schoolbestuur zal worden versterkt met de benoeming van 3 nieuwe bestuursleden. Daarnaast zal de huidige bestuursvoorzitter aan het einde van zijn termijn vervangen worden door een nieuwe voorzitter.
Financiële zorgen en verbeteringen
Na het onderzoek door de Inspectie van het Onderwijs is gebleken dat het bestuur van de Stichting Islamitische School Amsterdam inadequaat heeft gehandeld met betrekking tot de financiën van de scholen. De administratieve organisatie en interne controle vertoonden tekortkomingen. Er zijn geen adequate maatregelen genomen om deze situatie te verbeteren. Bovendien heeft de inspectie geen vertrouwen in het huidige bestuur om deze problemen op te lossen.
Gaan kinderen van asielzoekers naar school?
Ja, absoluut. Elk kind in Nederland heeft recht op onderwijs, en dit geldt ook voor kinderen van asielzoekers. Deze kinderen worden zo snel mogelijk ingeschreven op een school, in ieder geval binnen 3 maanden nadat ze in Nederland zijn aangekomen.
De rol van de gemeente bij het onderwijs voor kinderen van asielzoekers
Wanneer asielzoekers worden opgevangen in een gemeente, is het de verantwoordelijkheid van die gemeente om te zorgen voor onderwijs voor de kinderen. Hierbij is het niet relevant:
- Wat de status van verblijf is;
- Waar ze in Nederland verblijven;
- Hoelang ze op die locatie zullen verblijven.
Gemeenten hebben de plicht om ervoor te zorgen dat kinderen binnen 3 maanden na aankomst in Nederland naar school kunnen gaan. Indien mogelijk wordt ernaar gestreefd om kinderen eerder toegang te geven tot onderwijs.
Samenwerking tussen opvanglocatie, gemeente en scholen
Wanneer er een nieuwe opvanglocatie wordt geopend, gaan de opvanglocatie, de gemeente en scholen direct met elkaar in gesprek. Gezamenlijk zorgen ze ervoor dat kinderen die verblijven op de opvanglocatie zo snel mogelijk toegang krijgen tot onderwijs.
Wat doet de basisschool als jouw kind een besmettelijke ziekte of hoofdluis heeft?
Wanneer jouw kind te maken krijgt met een besmettelijke ziekte, kan de basisschool besluiten om je kind maximaal één week te schorsen. Dit wordt gedaan om te voorkomen dat andere kinderen ook ziek worden. In het geval van hoofdluis organiseert de school vaak ‘luizenouders’ om kinderen te controleren en indien nodig te behandelen. Als het gaat om de aanpak van ziektes, kan de school advies en ondersteuning krijgen van de GGD.
Schorsing bij ziekte
In het geval van ziektes zoals waterpokken of mazelen, kunnen kinderen al besmettelijk zijn voordat de ziekte zichtbaar is. Daarom heeft het schorsen van deze kinderen geen zin. Als een leerling een besmettelijke ziekte heeft, moet de basisschool de andere ouders informeren. Het is jouw verantwoordelijkheid als ouder om de controle en behandeling van je kind uit te voeren.
Meldingsplicht aan GGD
Basisscholen hebben een meldingsplicht bij de GGD voor bepaalde aandoeningen bij leerlingen. Of deze meldingsplicht van kracht is, hangt af van het aantal zieke kinderen in een klas:
Diarree: wanneer meer dan één derde van de klas klachten heeft binnen één week.
Geelzucht: onmiddellijk bij het eerste geval.
Huiduitslag of vlekjes op de huid: als er binnen dezelfde klas twee of meer gevallen zijn binnen twee weken.
Schurft: bij drie gevallen in één klas.
Andere besmettelijke ziekten: wanneer er in korte tijd meerdere gevallen zijn van ernstige infectieziekten, zoals longontsteking of hersenvliesontsteking.
De GGD onderzoekt de bron van de infectie en beoordeelt of mensen die in contact zijn geweest met de patiënt risico lopen op besmetting. Vervolgens wordt gekeken of er maatregelen nodig zijn om verdere verspreiding van de ziekte te voorkomen.
Is het noodzakelijk om mijn kind uit te schrijven van de basisschool?
Nee, je hoeft je kind niet zelf uit te schrijven. De huidige school zal je kind uitschrijven wanneer het naar een andere basisschool of naar het voortgezet onderwijs gaat.
Bewijs van uitschrijving voor nieuwe school
Als je van plan bent om je kind in te schrijven bij een nieuwe basisschool of een middelbare school, dan heb je een bewijs van uitschrijving nodig. Dit bewijs wordt verstrekt door de oude school. Het is belangrijk om dit aan te geven bij de school, bijvoorbeeld als je gaat verhuizen. Op die manier zorg je ervoor dat je het bewijs van uitschrijving op tijd hebt. Let op dat dit bewijs niet ouder mag zijn dan 6 maanden.
Wat is de Canon van Nederland?
De Canon van Nederland is een overzicht van belangrijke gebeurtenissen uit de geschiedenis van ons land. Deze gebeurtenissen vertellen gezamenlijk het verhaal van de ontwikkeling van Nederland door de eeuwen heen. Leerkrachten maken gebruik van de Canon in hun lesprogramma’s.
Voor leerlingen van 8 tot 14 jaar
De Canon van Nederland omvat 50 onderwerpen die te maken hebben met de Nederlandse cultuur en geschiedenis. Het is speciaal ontworpen voor leerlingen van 8 tot 14 jaar in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs. Voor docenten is het een nuttig hulpmiddel om onderwerpen te selecteren voor geschiedenislessen.
Daarnaast dient de Canon als leidraad bij het vaststellen van examenprogramma’s.
Aanvullende informatie mogelijk
Docenten hebben de mogelijkheid om de informatie in de Canon aan te vullen en uit te breiden. Hiermee kunnen ze hun eigen perspectief en gebruik van de Canon weergeven. Uitgevers kunnen jeugdboeken aanbevelen die aansluiten bij de Canon, en musea kunnen excursies aanbieden die aansluiten bij de onderwerpen.
Bestellen en verkrijgen van de Canon
Je kunt de Canon van Nederland, landkaarten en publicaties over de Canon downloaden of bestellen via de website Canonvannederland.nl.
Kan je een particuliere school oprichten?
Als burger heb je de mogelijkheid om een particuliere (bijzondere) school op te richten en deze volgens jouw eigen visie in te richten. Dit valt onder het recht op Vrijheid van onderwijs.
Erkenning van een particuliere school
Iedereen in Nederland heeft het recht om een particuliere school op te richten. Als het gaat om een school in het basisonderwijs of voortgezet onderwijs, voor leerlingen die onder de leerplicht of kwalificatieplicht vallen, dan moeten de Burgemeester en Wethouders van de gemeente waar de school zich bevindt, deze school erkennen.
Als je een particuliere school in het basisonderwijs of voortgezet onderwijs wilt laten erkennen, dien je de oprichting binnen 4 weken na de feitelijke start van de school te melden aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).
Verschillende gegevens zijn vereist:
- Als de school wordt beheerd door een natuurlijk persoon, dien dan de naam, adres- en contactgegevens door te geven.
- Als de school wordt beheerd door een privaatrechtelijke rechtspersoon, zoals een vereniging of stichting, dien dan de statuten en, indien beschikbaar, de reglementen bij te voegen.
De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt of de school voldoet aan de eisen. Vervolgens brengt de inspectie een bindend advies uit aan de Burgemeester en Wethouders van de betreffende gemeente. Zelfs na de erkenning blijft de Onderwijsinspectie toezicht houden om te waarborgen dat de school zich aan de wet en kwaliteitseisen houdt.
Financiering van particuliere scholen
Particuliere scholen ontvangen geen financiële steun van de overheid. De kosten worden gedragen door ouders of andere partijen (zoals bedrijven). Hierdoor kunnen de schoolkosten hoger zijn dan die van openbare of bijzondere scholen.