Welke soorten onderwijsbevoegdheden bestaan er?
Er bestaan drie verschillende onderwijsbevoegdheden: één voor het basisonderwijs en twee voor het voortgezet onderwijs. Je kunt een onderwijsbevoegdheid behalen door het voltooien van een lerarenopleiding aan een hogeschool of universiteit.
Basisonderwijs onderwijsbevoegdheid
Met een onderwijsbevoegdheid voor het basisonderwijs ben je bevoegd om les te geven in het primair onderwijs, zowel op basisscholen als op scholen voor speciaal basisonderwijs. Je leert kinderen diverse vakken, zoals rekenen en schrijven, maar ook sociale vaardigheden en hoe ze met elkaar kunnen omgaan.
Deze bevoegdheid behaal je na het afronden van een 4-jarige hbo-opleiding genaamd de lerarenopleiding basisonderwijs (pabo). Daarnaast is het mogelijk om een academische lerarenopleiding te volgen, wat resulteert in twee diploma’s: één voor onderwijskunde en één voor de pabo.
Voortgezet onderwijs tweedegraads bevoegdheid
Hiermee kun je lesgeven aan:
- De eerste drie klassen van de havo en het vwo.
- Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs.
- Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie.
- Praktijkonderwijs.
Deze bevoegdheid behaal je door het afronden van een lerarenopleiding aan een hogeschool.
Het is tevens mogelijk om met een getuigschrift van de Pabo les te geven in het praktijkonderwijs.
Eerstegraads onderwijsbevoegdheid voor het voortgezet onderwijs
Een leraar in het voortgezet onderwijs geeft les in één specifiek vak, bijvoorbeeld Nederlands of geschiedenis. Hiermee kun je lesgeven aan:
- Alle klassen van de havo en het vwo.
- Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs.
- Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie.
- Praktijkonderwijs.
Je kunt de opleiding tot eerstegraads docent volgen aan een hogeschool of universiteit. Deze opleiding richt zich voornamelijk op het geven van les in de bovenbouw van havo en vwo.
Onderwijsbevoegdheid met een buitenlands diploma
Als je een buitenlands diploma hebt en in Nederland wilt lesgeven, dien je een erkenning van je buitenlandse opleiding aan te vragen bij DUO.
Hoeveel verdien ik als leraar in het basisonderwijs?
Een docent in het primair onderwijs (po) heeft een salaris tussen € 3.500 en € 7.190 per maand, inclusief vakantiegeld en eindejaarsuitkering, naast andere toelagen. Dit geldt voor zowel het (speciaal) basisonderwijs als het (voortgezet) speciaal onderwijs.
Salarisschalen, treden en beloning in het primair onderwijs
Voor elke salarisschaal en trede is er een vastgesteld salarisbedrag, te vinden in de cao primair onderwijs. De totale beloning (bruto inkomen) omvat:
- het salaris;
- vakantiegeld;
- eindejaarsuitkering;
- toelagen die alle leraren ontvangen.
Hieronder staan afgeronde brutobedragen gebaseerd op de cao van 2022-2023.
Schaaltrede Salaris per maand Totale beloning per maand
Salarisschalen, treden en totale beloning in het basisonderwijs per 1 juli 2022
LB Start € 3.001 € 3.500
LB Na 10 jaar € 4.122 € 4.800
LB Maximum € 4.573 € 5.460
LC Start € 3.019 € 3.520
LC Na 10 jaar € 4.755 € 5.540
LC Maximum € 5.329 € 6.340
LD Start € 3.031 € 3.530
LD Na 10 jaar € 5.284 € 6.150
LD Maximum € 6.059 € 7.190
Gemiddelde beloning voor leraren
Gemiddeld genomen verdienen leraren in het basisonderwijs en speciaal (basis- en voortgezet) onderwijs ongeveer € 5.100 per maand. Deze gemiddelde berekening houdt rekening met de schalen en treden van alle leraren (gewogen gemiddelde) in loondienst. Dit komt neer op ruim anderhalf keer het modale inkomen.
In 2022 eenmalige beloning
Werknemers die op 1 juli 2022 al in dienst waren, krijgen een eenmalige extra beloning van € 500 (bruto) bij een fulltime contract. Dit extra bedrag is niet inbegrepen in de tabel en is evenmin meegenomen in het gemiddelde.
Beloning po en vo leraren
Vanaf januari 2022 ontvangen alle medewerkers in het primair onderwijs dezelfde beloning als hun collega’s in het voortgezet onderwijs (vo). Zie onderstaande afbeelding voor een schatting van de gemiddelde stijging in beloning voor leraren, schoolleiders en onderwijsondersteunend personeel.
De beloning zal de komende jaren blijven stijgen. Veel leraren zullen na deze overgang doorgroeien binnen de nieuwe schalen. Bij de overgang in 2022 zullen leraren die zich bevonden aan het maximum van hun (po-)schaal, niet direct overgaan naar het maximum van de nieuwe (vo-)schaal.
Salaris voor startende leraren
Een beginnende leraar in het basisonderwijs start in salarisschaal LB. Een beginnend leraar begint in salarisschaal LC.
Taken bepalen de beloning
De beloning van een leraar wordt bepaald door de taken die worden uitgevoerd en bepaalt of hij of zij in schaal LB, LC of LD valt. Het salaris en de totale beloning zijn afhankelijk van de schaal en trede waarin een leraar zich bevindt. Elke schaal heeft 12 salaristreden. Bij goed functioneren stijgt het maandsalaris elk jaar met één trede. Een leraar die begint in trede 1 zal naar verwachting na 10 jaar het salaris van trede 10 bereiken. In de praktijk kan dit variëren.
Salaris zij-instromer
Als je vanuit een andere baan als zij-instromer het onderwijs in gaat, begin je mogelijk op een hogere trede of schaal. Hierover maak je zelf afspraken met je werkgever.
Informatie cao po
In het onderwijs zijn sociale partners verantwoordelijk voor de cao-afspraken, vertegenwoordigd door werkgevers en werknemers. Denk hierbij aan de PO-raad en vakbonden. Voor meer informatie over de cao po kun je terecht bij deze vertegenwoordigers.
Welke stappen kun je nemen om spijbelen in het onderwijs te voorkomen?
Als ouder heb je invloed op het voorkomen van spijbelen bij jouw kind. Tegelijkertijd heeft ook de school een rol om ongeoorloofd verzuim in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en het mbo aan te pakken.
Ouderlijke maatregelen tegen spijbelen
Er zijn diverse stappen die je als ouder kunt ondernemen om spijbelen te voorkomen, waaronder:
- Op de hoogte blijven van het lesrooster van jouw kind, zodat je weet wanneer er mogelijk sprake is van spijbelen.
- Contact onderhouden met de school, bijvoorbeeld door ouderavonden bij te wonen.
- In de schoolgids kijken of de school vragen wat zij ondernemen om spijbelen tegen te gaan.
- Een klacht indienen bij de klachtencommissie als je van mening bent dat de school onvoldoende actie onderneemt tegen spijbelen.
- De medezeggenschapsraad (mr) benaderen om aandacht te vragen voor schoolverzuim.
Schoolgerichte maatregelen tegen spijbelen
De school kan eveneens initiatieven nemen om spijbelen tegen te gaan, zoals:
- Je informeren en met jou bespreken wanneer jouw kind spijbelt. Een school met een adequaat verzuimbeleid zal ouders zo snel mogelijk op de hoogte stellen bij afwezigheid van een leerling.
- Transparantie is over de maatregelen die de school onderneemt om spijbelen te verminderen. Dit kan bijvoorbeeld worden opgenomen in de schoolgids.
- Je attenderen op personen of instanties die hulp kunnen bieden als jouw kind geen interesse meer toont in school.
Melden van verzuim en spijbelen
Om spijbelen tegen te gaan, is het cruciaal om de school altijd te informeren wanneer jouw kind niet naar school kan. De school zal deze afwezigheid melden bij het verzuimloket van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) wanneer jouw kind zonder geldige reden in een periode van 4 opeenvolgende weken in totaal 16 les- of praktijkuren heeft gemist. Dit wordt gedaan om herhaaldelijk verzuim te voorkomen.
Consequenties van schoolverzuim
Het verzuimloket brengt de afwezigheid van jouw kind onder de aandacht van de leerplichtambtenaar van jouw woongemeente. Deze ambtenaar onderzoekt de situatie en zoekt samen met jou en de school naar een oplossing. Indien nodig, kan de leerplichtambtenaar een proces-verbaal opstellen. Bij aanhoudend verzuim kan de leerplichtambtenaar het schoolverzuim ook rapporteren aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Dit gebeurt wanneer pogingen om de leerling terug naar school te krijgen niet effectief blijken te zijn. De SVB kan dan besluiten om de kinderbijslag stop te zetten, een maatregel die enkel van toepassing is op leerlingen van 16 en 17 jaar oud.