Moet je stage lopen als je een mbo-opleiding volgt?

In het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) vormt de stage een essentieel onderdeel van je opleiding. De praktijkervaring die je tijdens je mbo-opleiding opdoet, wordt ook wel beroepspraktijkvorming (bpv) genoemd.

Aantal dagen bpv in het mbo

Bij de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) werk je doorgaans 3 of 4 dagen per week bij een leerbedrijf. Dit komt neer op ongeveer 70% van de bbl-opleiding. De overige dagen volg je theoretisch onderwijs op school.

Bij de beroepsopleidende leerweg (bol) breng je meer tijd door op school. Je past het geleerde toe in de praktijk tijdens kortere stages. Afhankelijk van de leerweg vormt de bpv ongeveer 20% van de bol-opleiding.

Bpv in het mbo bij een erkend leerbedrijf

Je mag in het mbo uitsluitend bpv volgen bij erkende leerbedrijven. Erkende leerbedrijven moeten voldoen aan de criteria van de samenwerkingsorganisatie beroepsonderwijs bedrijfsleven:

Erkende leerbedrijven herken je aan het certificaat “Erkend Leerbedrijf”. Via Stagemarkt.nl kun je zelf op zoek gaan naar bpv-plekken bij erkende leerbedrijven.

Praktijkovereenkomst tussen school, jou en het erkende leerbedrijf

In het mbo draagt de onderwijsinstelling de eindverantwoordelijkheid voor het gehele onderwijsproces, inclusief de bpv. De onderwijsinstelling sluit met jou en het leerbedrijf een praktijkovereenkomst (pok) af. Deze praktijkovereenkomst heeft juridische waarde en kan informatie bevatten over:

Gecombineerde leerweg

Het is ook mogelijk dat een mbo-opleiding een gecombineerde leerweg aanbiedt. Hierbij volg je in de eerste jaren lessen op school, terwijl je in het tweede deel van de opleiding aan de slag gaat binnen een bedrijf.

Arbeidsvoorwaarden tijdens de stage in het mbo

De arbeidsvoorwaarden voor stagiairs in het mbo variëren per opleiding. Afhankelijk van de leerweg die je volgt, kunnen de voorwaarden anders zijn.

Stagevergoeding of salaris tijdens bpv in het mbo

De onderwijswetgeving regelt niets specifieks over de stagevergoeding of het salaris van een stagiair in het mbo. Soms kun je meer informatie vinden in de collectieve arbeidsovereenkomst (cao) van de sector waarin je je bpv volgt. Is dit niet zo, dan gelden de bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek.

Heb je een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) nodig voor je mbo-stage?

Voor bepaalde stageplaatsen is een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) vereist. Dit geldt bijvoorbeeld wanneer je stage loopt in een kinderdagverblijf of bij een bewakingsfirma.

De VOG is een officiële verklaring die aangeeft dat je gedrag in het verleden geen belemmering vormt voor het uitvoeren van je baan of stage.

Strafblad en VOG

Indien je geen strafblad hebt, ontvang je doorgaans zonder problemen een VOG.

Zelfs als je wel een strafblad hebt gehad of een HALT-straf hebt gekregen, is het vaak nog steeds mogelijk om een VOG te verkrijgen. De overgrote meerderheid van jongeren die een VOG aanvragen, krijgt deze ook toegewezen. Dus aarzel niet om de VOG aan te vragen wanneer je aan je stage begint.

Wat houdt een leerbaan in?

Met een leerbaan, ook wel bekend als leerwerkplek, combineer je werken met een opleiding. Leerbanen gaan samen met opleidingen op het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) of het hoger beroepsonderwijs (hbo).

Het vinden van een leerbaan

Meestal ben je zelf verantwoordelijk voor het vinden van een leerbaan bij een officieel erkend leerbedrijf. Dit houdt in dat je solliciteert bij een werkgever. Je kunt ook informatie inwinnen bij uitzendbureaus of brancheorganisaties.

Werk en studie met een leerbaan

Wanneer je een leerbaan hebt, werk je gedurende 3 tot 6 maanden bij een officieel erkend leerbedrijf. Meestal ga je 1 dag per week naar school en werk je de overige dagen. Voor de dagen waarop je werkt, ontvang je een salaris.

Overzicht van leerbanen via het Leerwerkloket

Voor regionale informatie over carrièremogelijkheden, scholing en de combinatie van leren en werken kun je terecht bij leerwerkloketten. Deze loketten zijn samenwerkingsverbanden tussen het UWV, gemeenten en regionale opleidingscentra (roc’s).

Hoeveel lesuren zijn er in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo)?

Voor elk studiejaar van je mbo-opleiding heb je in totaal 1600 uur ter beschikking. Binnen deze uren heb je recht op minimaal gemiddeld 1000 uur onderwijs- en begeleide onderwijstijd (bot) en beroepspraktijkvorming (bpv). De overige 600 uur besteed je bijvoorbeeld aan zelfstudie en huiswerk.

Onderwijstijd in het mbo

De overheid heeft de verplichte onderwijstijd in het mbo vastgesteld. Hierbij wordt uitgegaan van lesuren van 60 minuten. De duur van een les kan echter per school variëren. Details over het onderwijsprogramma zijn te vinden in de Onderwijs- en examenregeling (OER) van de school.

De hoeveelheid onderwijstijd verschilt tussen de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) en de beroepsopleidende leerweg (bol).

Urennormen in het mbo

De urennorm van 1600 uur geldt zowel voor de bbl als de bol. Van deze 1600 uur heb je recht op minimaal gemiddeld 1000 uur onderwijs- en begeleide onderwijstijd (bot) en beroepspraktijkvorming (bpv). De overige 600 uren kun je bijvoorbeeld gebruiken voor zelfstudie en huiswerk.

Afwijking van de urennormen

In sommige gevallen kan een opleiding afwijken van het wettelijk voorgeschreven aantal uren. Dit moet de school echter goed kunnen onderbouwen en de kwaliteit van het onderwijs moet gewaarborgd blijven. Dit blijkt onder andere uit:

  1. Tevredenheid van studenten
  2. Tevredenheid van medewerkers en bedrijven
  3. Studiesucces

Het alternatieve programma van de opleiding moet ook worden goedgekeurd door de studentenraad en het bestuur moet hier verantwoording over afleggen in het bestuursverslag.

Derde leerweg in het mbo

Zelfs erkende particuliere (niet-bekostigde) mbo-opleidingen (bbl en bol) moeten voldoen aan de minimumnormen voor onderwijstijd. Als je hier niet aan wilt voldoen, kun je de derde leerweg kiezen. Voor de derde leerweg zijn erkende particuliere mbo-opleidingen niet gebonden aan de urennormen. Deze optie van de derde leerweg kan alleen aangeboden worden als een particuliere (niet-bekostigde) opleiding.

Vakantiedagen in het mbo

Er is geen wettelijk vastgesteld aantal vakantiedagen voor mbo-studenten. De school bepaalt de duur van de schoolvakanties op basis van het aantal lesuren.

Klachten over het aantal lesuren in het mbo

Als je het niet eens bent met het aantal lesuren dat de school aanbiedt, kun je dit bespreken met het schoolbestuur. Als er geen overeenstemming bereikt wordt, kun je een brief sturen naar de klachtencommissie of het College van Bestuur van de school. Een kopie van deze brief kan ter informatie worden gestuurd naar de Inspectie van het Onderwijs (Onderwijsinspectie).

Wat houdt tweetalig onderwijs in het mbo in?

Bij tweetalig mbo krijg je een deel van je vakken in een andere taal. Meestal is dit Engels, maar het kan ook Duits zijn. Ten minste 50% van de begeleide onderwijstijd moet in deze taal plaatsvinden.

Internationale focus bij tweetalig onderwijs

Bij de tweetalige opleiding ligt de nadruk sterk op internationale oriëntatie. Dit omvat onder andere internationale samenwerkingsprojecten met buitenlandse studenten en stages met een internationaal karakter, zowel in Nederland als in het buitenland. Hierdoor ben je goed voorbereid om na je studie te werken bij internationale bedrijven.

Content and Language Integrated Learning (CLIL)

Bij CLIL krijg je ook taalgerichte feedback van je vakdocenten. Zij fungeren ook als taaldocenten. Tijdens de lessen worden actieve werkvormen gebruikt en werk je vaak in groepen. Dit biedt een goede gelegenheid om je spreekvaardigheid in het Engels of Duits te oefenen.

Voordelen tweetalig onderwijs

Voor meer informatie over tweetalig onderwijs kun je contact opnemen met Nuffic.

Kwaliteitsstandaard

Sommige mbo-opleidingen hebben tweetalig onderwijs geïmplementeerd en hebben daarvoor een standaard ontwikkeld. In deze standaard staan de minimale vereisten waaraan tweetalige mbo-opleidingen moeten voldoen. Opleidingen die aan deze eisen voldoen, kunnen het keurmerk ‘Tweetalige mbo-school’ ontvangen.

Wat moet je weten als je van het vmbo naar het mbo gaat?

Als je komend schooljaar de overstap maakt van het vmbo naar het mbo, is het essentieel om zorgvuldig na te denken over je studiekeuze. Ook is het belangrijk om je vóór 1 april aan te melden voor een mbo-opleiding en om te overwegen welke kosten bij het studeren komen kijken, evenals of je recht hebt op een studentenreiskostenproduct.

Het kiezen van een mbo-opleiding

Op Kiesmbo.nl kun je een interessetest invullen om te ontdekken welke opleiding aansluit bij je interesses en sterke punten. Hier vind je informatie over diverse opleidingen en krijg je een overzicht van open dagen op verschillende scholen. Daarnaast leer je meer over de vier niveaus van het mbo en de beschikbare leerwegen.

Tijdig aanmelden bij de mbo-opleiding

Zorg ervoor dat je je vóór 1 april aanmeldt voor het aankomende schooljaar bij de mbo-opleiding van je keuze. Indien je aan de toelatingseisen voldoet, mag je worden toegelaten tot de opleiding.

Soms zijn er beperkte plaatsen beschikbaar voor een specifieke opleiding. Deze informatie vind je op de website van de desbetreffende school. Daar wordt tevens vermeld vanaf wanneer je je kunt inschrijven. In sommige gevallen wordt er geloot. Meestal worden opleidingsplaatsen toegewezen op basis van volgorde van aanmelding. Vroege aanmeldingen maken dus meer kans op een plek. Wees dus op tijd.

Studiekosten

Op duo.nl/rekenhulp kun je de kosten van je studie berekenen. Vanaf je 18e heb je recht op studiefinanciering.

Als je jonger bent dan 18, hebben je ouders recht op kinderbijslag en hoef je geen lesgeld of cursusgeld te betalen.

Aanvragen van een studentenreisproduct

Je kunt ook via duo.nl een studentenreisproduct aanvragen. Hiermee kun je vrij reizen of met korting reizen met de trein, bus, tram en metro, zelfs als je nog geen 18 bent.

Zijn er subsidies en fiscale regelingen om werken en leren te combineren?

Verschillende subsidies en belastingvoordelen maken de combinatie van werken en leren aantrekkelijker voor zowel werkgevers als werknemers.

Belastingvoordelen voor werknemers

Wanneer je als werknemer je studiekosten zelf draagt, kun je een deel van deze kosten aftrekken van je inkomstenbelasting. Dit geldt onder andere voor lesgeld en studieboekkosten.

Financiële ondersteuning

Werkgevers kunnen de opleidingskosten van hun werknemers vergoeden of werknemers betaald verlof geven voor studiegerelateerde dagen. Voor sommige opleidingen hebben werkgevers via collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) afspraken gemaakt met Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen (O&O-fondsen). In deze gevallen vergoeden deze fondsen een deel van de kosten. Voor meer informatie over Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen kun je terecht op de website van Opleiding en Beroep.

Belastingvoordelen voor werkgevers

Werkgevers kunnen gebruikmaken van de subsidieregeling praktijkleren voor werknemers in opleiding. Deze regeling voorziet in een tegemoetkoming voor onder andere:

  1. Kosten voor begeleiding van een leerling of student.
  2. Loon- of begeleidingskosten van een promovendus of technologisch ontwerper in opleiding (toio).

Regeling voor moeilijk te plaatsen stagiairs

De Rijksoverheid stelt middelen ter beschikking aan mbo-instellingen, kenniscentra en de stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB). Met deze financiële middelen kunnen deze organisaties extra stageplekken creëren voor moeilijk te plaatsen leerlingen binnen het beroepsonderwijs. Ook wordt intensieve stagebegeleiding mogelijk gemaakt. Deze regeling valt onder de Regeling stagebox beroepsonderwijs en maakt deel uit van de prestatiebox. De prestatiebox is ingesteld door de Rijksoverheid om individuele afspraken over resultaten te kunnen maken met onderwijsinstellingen.

Voor meer informatie over financiële regelingen en subsidies kun je terecht op Leeroverzicht.nl. Hier vind je informatie die van toepassing kan zijn wanneer je overweegt een opleiding te volgen, je om- of bij te scholen.

Waar kun je een overzicht vinden van erkende opleidingen?

Er zijn drie registers met erkende opleidingen opgesteld door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Voor het particulier voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) is er het register Niet-bekostigde Educatie. Het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO) betreft het hoger onderwijs (hogescholen en universiteiten), en het Centraal Register Beroepsopleidingen (Crebo) omvat het mbo.

Er zijn drie afzonderlijke lijsten voor erkende onderwijsinstellingen:

Voor het basisonderwijs en voortgezet onderwijs zijn er geen aparte registers.

In het register Niet-bekostigde Educatie zijn alle erkende particuliere scholen voor voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) opgenomen. Dit register wordt door het ministerie van OCW aan het begin van elk schooljaar gepubliceerd.

Voor erkende mbo-opleidingen kun je het Centraal Register Beroepsopleidingen (Crebo) raadplegen. Dit register wordt beheerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).

Voor erkende hogescholen en universiteiten in Nederland kun je het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO) raadplegen. Dit register wordt ook bijgehouden door DUO.

Komen werkgevers in aanmerking voor subsidie als ze een leerplek aanbieden?

Ja, erkende leerbedrijven kunnen subsidie ontvangen als ze een leerplek aanbieden. Deze subsidie wordt verstrekt via de Subsidieregeling praktijkleren. Het doel van deze regeling is om werkgevers tegemoet te komen in de kosten voor begeleiding van leerlingen en studenten. Deze regeling is van kracht sinds 1 januari 2014 en loopt tot en met 31 december 2023.

Wat is de Subsidieregeling praktijkleren?

De Subsidieregeling praktijkleren heeft als doel om werkgevers aan te moedigen om praktijk- en werkleerplekken aan te bieden. Jaarlijks wordt er €205 miljoen beschikbaar gesteld door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). De subsidie, die maximaal € 2.700 per praktijk- of werkplek bedraagt, is bedoeld om de kosten te dekken die werkgevers maken voor de begeleiding van leerlingen, deelnemers of studenten, evenals de loon- of begeleidingskosten.

Voor wie is de Subsidieregeling praktijkleren bedoeld?

Deze regeling is bedoeld om de volgende groepen te ondersteunen:

Welke leerlingen en studenten komen in aanmerking?

Erkende leerbedrijven kunnen subsidie aanvragen als ze begeleiding bieden aan:

Voor gedetailleerde voorwaarden van de subsidieregeling praktijkleren kun je terecht op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Hoe vraag je de subsidie aan?

Bedrijven kunnen de subsidie voor leerplekken aanvragen bij de RVO, die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de regeling.

Vervanging van Afdrachtvermindering onderwijs

De Subsidieregeling praktijkleren heeft de eerdere Afdrachtvermindering onderwijs vervangen. De Belastingdienst blijft echter controleren of de Afdrachtvermindering onderwijs sinds 2008 correct is toegepast.

Hoe kun je naast je werk leren?

Er zijn diverse mogelijkheden om te blijven leren terwijl je aan het werk bent. Je kunt zelf beslissen of je een volledige opleiding wilt volgen of een certificaat wilt behalen. Het kan ook voorkomen dat je werkgever je verzoekt om een opleiding of cursus naast je werk te volgen.

Mogelijkheden voor bijscholing naast je werk

Er zijn verschillende manieren om naast je baan opleidingen te volgen. De belangrijkste opties voor werken en leren, bijscholing, of een leerwerktraject zijn:

De waarde van een diploma of certificaat hangt niet alleen af van het opleidingsniveau, maar ook van de duur en zwaarte van de opleiding.

Ondersteuning bij het vinden van een opleiding naast je werk

Werk je in een branche met een Opleidings- en Ontwikkelingsfonds (O&O-fonds)? Dan kan een adviseur je helpen een geschikte opleiding te vinden en het scholingstraject op te starten. Als je organisatie geen O&O-fonds heeft, kun je voor advies terecht bij een leerwerkloket. Hier krijg je informatie over onderwerpen zoals:

Bijdrage aan scholingskosten

Wanneer je een opleiding wilt volgen, is het raadzaam dit met je werkgever te bespreken. Misschien kun je verlof krijgen voor studie of een bijdrage in de kosten ontvangen. Als er voor jou een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) van toepassing is, kunnen hierin ook afspraken staan over financiële ondersteuning. Bovendien zijn er verschillende regelingen om bijscholing te stimuleren. Houd er wel rekening mee dat verschillende regelingen diverse voorwaarden kunnen hebben.

Mbo-bedrijfsscholen

Sommige bedrijven en organisaties werken samen met onderwijsinstellingen om op maat gemaakte opleidingen voor hun medewerkers te ontwikkelen. Hierbij word je binnen je eigen werkomgeving opgeleid met behulp van eigen materialen en machines. Je kunt het overzicht van bedrijfsscholen voor mbo-opleidingen raadplegen.

Meer informatie op het Leeroverzicht

Op Leeroverzicht kun je informatie en advies vinden over opleidingsmogelijkheden en hoe je deze kunt financieren. Daarnaast biedt de website informatie over leerwerkloketten en andere organisaties die je kunnen bijstaan bij loopbaan- en scholingsadvies. Ook vind je er een overzicht van financiële regelingen voor opleidingen, omscholing en bijscholing.