Wat is de functie van de onderwijsconsulent in het (speciaal) onderwijs?

De onderwijsconsulent staat je bij in het vinden van een geschikte school voor jouw kind. Deze consulenten zijn onafhankelijke experts met expertise en ervaring in het onderwijs aan kinderen met beperkingen, ziekten of stoornissen. Ze bieden tevens hulp wanneer je het oneens bent met een beslissing van de school.

Hulp bij schoolselectie

Indien het samenwerkingsverband je niet kan helpen bij het vinden van een school, kun je een beroep doen op een onderwijsconsulent. Hier zijn geen kosten aan verbonden voor het advies en de bemiddeling die zij bieden.

Ondersteuning binnen de school

Onderwijsconsulenten kunnen ouders, leerlingen en scholen bijstaan in de volgende situaties:

  1. De leerling is al meer dan 4 weken thuis zonder uitzicht op een onderwijsplaats, bijvoorbeeld door een schorsing.
  2. Er is extra ondersteuning of begeleiding vereist voor een leerling met een speciale ondersteuningsbehoefte.
  3. Hulp is noodzakelijk bij het opstellen van het onderwijsprogramma voor een leerling.

Voorwaarden om hulp van een onderwijsconsulent te vragen

Voordat je de hulp van een onderwijsconsulent inschakelt, dienen de volgende stappen te zijn genomen:

  1. Er moet een gesprek hebben plaatsgevonden met de leerkracht of de schoolleiding.
  2. Er moet contact zijn geweest met het samenwerkingsverband voor passend onderwijs.

Hoe meld je jouw kind aan voor het speciaal onderwijs?

Je hebt zelf de mogelijkheid om een speciale basisschool of een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs te kiezen. In het ondersteuningsprofiel van de school kun je informatie vinden over de ondersteuning die de school aanbiedt. Dit profiel is beschikbaar in de schoolgids.

Na de aanmelding bij de school

De school zal onderzoeken of jouw kind daadwerkelijk de ondersteuning nodig heeft die zij aanbieden. Hiervoor kan de school jou om informatie vragen over de beperking van jouw kind en de benodigde begeleiding.

Voordat de school jouw kind toelaat, moet de school bij het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen. Dit is een officieel bewijs dat jouw kind recht heeft op een plek in het speciaal onderwijs.

Deskundigen zullen adviseren aan het samenwerkingsverband of jouw kind (voortgezet) speciaal onderwijs nodig heeft. Als speciaal onderwijs niet de meest geschikte optie blijkt te zijn, zal de school samen met jou op zoek gaan naar een andere school die de juiste begeleiding kan bieden. Dit gebeurt altijd in overleg met jou.

Voor slechtziende, blinde, slechthorende of dove kinderen

Als jouw kind slechtziend, blind, slechthorend of doof is, zal de Commissie voor Onderzoek beoordelen of jouw kind voldoet aan de toelatingseisen voor speciaal onderwijs. Als dat niet het geval is, moet je jouw kind aanmelden bij een reguliere school of een andere school voor speciaal onderwijs. Indien nodig kun je met de school afspraken maken over de benodigde begeleiding voor jouw kind.

Moeilijkheden bij het vinden van een geschikte school

Als je het niet eens bent met de school over het passend aanbod voor jouw kind, heb je de mogelijkheid om contact op te nemen met een onderwijsconsulent.

Hoe wordt jouw kind met dyscalculie begeleid op school?

Er bestaan diverse benaderingen om leerlingen met dyscalculie te ondersteunen op school. Zo kunnen ze bijvoorbeeld gebruikmaken van een rekenmachine. De specifieke mogelijkheden variëren afhankelijk van het soort onderwijs dat jouw kind volgt.

Dyscalculie herkennen

Dyscalculie is een aandoening die problemen veroorzaakt bij rekenen en getallen. Leerlingen met dyscalculie ondervinden moeilijkheden bij rekenen en wiskunde. Hierdoor kunnen ze bijvoorbeeld moeite hebben met klokkijken of het hanteren van geld. Als scholen dyscalculie niet tijdig identificeren, kan dit leiden tot een verkeerde inschatting van de capaciteiten van de leerling.

Scholen hanteren richtlijnen om dyscalculie tijdig te kunnen herkennen. Je kunt de richtlijnen voor het basis- en voortgezet onderwijs raadplegen.

Dyscalculie basisonderwijs

In het zorgplan van elke basisschool staat beschreven welke ondersteuning leerlingen met dyscalculie ontvangen.

Dyscalculie voortgezet onderwijs

In het voortgezet onderwijs zijn verschillende hulpmiddelen beschikbaar voor leerlingen met dyscalculie. Het protocol dyscalculie helpt scholen bij het bieden van ondersteuning aan leerlingen. Tijdens de centrale examens kunnen leerlingen met dyscalculie een verlenging van maximaal 30 minuten krijgen. Bij alle centrale examens mogen deze leerlingen een rekenmachine gebruiken. Andere hulpmiddelen, zoals formulekaarten of rekentabellen, zijn niet toegestaan zonder toestemming van de school.

Hoe wordt jouw kind met dyslexie begeleid op school?

Scholen hebben de vrijheid om te beslissen welke ondersteunende middelen ze inzetten en hoe ze leerlingen met dyslexie begeleiden. Dit kan bijvoorbeeld gaan om luisterboeken of extra tijd bij leesopdrachten. Leerlingen met dyslexie ervaren moeilijkheden bij het omzetten van letters en woorden (zowel op papier als digitaal) naar spraakklanken.

Dyslexie basisonderwijs

In het basisonderwijs ontvangen kinderen met leesproblemen specifieke ondersteuning. Sommige scholen hebben een dyslexieprotocol waarin staat hoe zij met dyslexie omgaan. Het zorgplan van de basisschool vermeldt welke methoden en hulpmiddelen de school inzet voor dyslectische leerlingen.

Dyslexie voortgezet onderwijs

Middelbare scholen kunnen verschillende maatregelen treffen voor dyslectische leerlingen. Deze leerlingen kunnen bijvoorbeeld:

  1. vaker mondelinge toetsen krijgen;
  2. extra tijd krijgen bij examens;
  3. gebruikmaken van hulpmiddelen zoals een daisyspeler of computer met spellingscontrole;
  4. extra begeleiding ontvangen voor lezen, spelling of taal, vaak in samenwerking met een onderwijsbegeleidingsdienst of remedial teacher.

Dyslexieverklaring

Voor het recht op ondersteunende middelen op school in het voortgezet onderwijs hebben leerlingen een dyslexieverklaring nodig. Deze verklaring

Krijgt jouw kind met ADHD of autisme aangepast onderwijs?

Als jouw kind ADHD of autisme heeft en daarvoor extra ondersteuning nodig heeft, moet de school hiervoor zorgen. Als het niet mogelijk is om deze extra hulp te bieden op de school van jouw keuze, zal jouw kind ondersteuning ontvangen op een andere school, mogelijk een speciale school.

Beoordeling van de noodzaak van extra begeleiding door de school

Je dient een schriftelijke aanmelding in bij de school van jouw voorkeur. Als jouw kind behoefte heeft aan hulp, geef je dit aan bij de aanmelding. Vervolgens zal de school beoordelen of jouw kind extra begeleiding nodig heeft. De school biedt deze begeleiding zelf aan. Als de school niet in staat is om jouw kind te helpen, zal de school samen met jou op zoek gaan naar een geschikte plek op een andere reguliere school of in het speciaal onderwijs.

Je hoeft geen indicatie meer aan te vragen voor de extra ondersteuning van jouw kind. Het concept van het ‘rugzakje’ is niet langer van toepassing.

Hoe krijgt jouw hoogbegaafde kind onderwijs?

Hoogbegaafde kinderen worden opgenomen in het basisaanbod van een school. Echter, scholen hebben zelf de vrijheid om speciale programma’s te implementeren, zoals plusklassen of extra lesmateriaal.

Ondersteuning hoogbegaafde kinderen

Wanneer het blijkt dat jouw kind hoogbegaafd of getalenteerd is, kan de school bijvoorbeeld:

Basisschool en hoogbegaafdheid

Gewone basisscholen kunnen zowel minder begaafde als meer begaafde leerlingen extra begeleiding bieden. In het schoolondersteuningsprofiel of schoolplan wordt aangegeven welke ondersteuning en begeleiding er wordt geboden.

Middelbare scholen en hoogbegaafdheid

In het voortgezet onderwijs zijn scholen zelf verantwoordelijk voor aangepast onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen. Scholen ontvangen hiervoor financiële middelen. In het schoolplan staat beschreven wat de school doet voor hoogbegaafde leerlingen.

Er bestaat tevens een nationaal netwerk van begaafdheidsprofielscholen. Deze scholen richten zich extra op hoogbegaafde leerlingen.

Extra financiering voor onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen

De overheid stelt financiële middelen beschikbaar voor het onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen. Samenwerkende scholen in regio’s zorgen ervoor dat er passend onderwijsaanbod is door bijvoorbeeld:

Scholen hebben zelf invloed op welke vormen ze aanbieden.

Herkenning van hoogbegaafdheid via testen

Hoogbegaafde kinderen kunnen diverse kwaliteiten bezitten, zoals:

Niet alle hoogbegaafde kinderen hebben dezelfde eigenschappen. De ene hoogbegaafde leerling is bijvoorbeeld sterk op sociaal vlak, terwijl een ander meer op zichzelf gericht is. Je kunt jouw kind laten testen op hoogbegaafdheid. Verschillende testen voor hoogbegaafdheid zijn beschikbaar.

Hoe zorg je ervoor dat jouw kind leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) krijgt?

Leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) is bedoeld voor vmbo-leerlingen die extra hulp nodig hebben om hun diploma te behalen. Sommige scholen voor voorbereidend beroepsonderwijs (vmbo) bieden dit type onderwijs aan. Het is aan de school om te bepalen of jouw kind in aanmerking komt voor lwoo.

Scholen bepalen zelf de invulling van lwoo

Vmbo-scholen hebben de vrijheid om te beslissen of en hoe ze lwoo aanbieden. Dit kan onder andere gebeuren door:

Lwoo kan tijdens reguliere lessen gegeven worden, maar ook daarbuiten of zelfs buiten de schoolmuren. De duur van lwoo hoeft niet per se 4 jaar te zijn; 1 of 2 jaar is ook een mogelijkheid. In sommige gevallen werken scholen in dezelfde regio samen om lwoo aan leerlingen aan te bieden.

Aanmelden voor lwoo

Indien jouw kind een lwoo-advies heeft ontvangen van de basisschool, kun je jouw kind aanmelden voor lwoo bij een vmbo-school.

Beoordeling door de school

Na de aanmelding zal de school beoordelen of jouw kind geschikt is voor lwoo. Dit kan onder andere bestaan uit een intelligentieonderzoek en het observeren van het gedrag van jouw kind. De vmbo-school zal ook het schooladvies van de basisschool meenemen in de beoordeling. Als de school van mening is dat lwoo passend is voor jouw kind, zal de school een aanvraag voor lwoo indienen bij het samenwerkingsverband. In zo’n samenwerkingsverband werken reguliere scholen en scholen voor speciaal onderwijs samen.

Leerwegondersteunend onderwijs en passend onderwijs sinds 1 januari 2016

Sinds 1 januari 2016 maken zowel leerwegondersteunend onderwijs als praktijkonderwijs deel uit van het bredere concept van passend onderwijs.

Welke extra begeleiding krijg je op het vmbo, de havo of het vwo?

Als leerling op het vmbo, havo of vwo kun je profiteren van extra begeleiding. Dit kan bijvoorbeeld leerwegondersteunend onderwijs (alleen beschikbaar op het vmbo) of hulp bij huiswerk zijn. Welke vormen van begeleiding een school aanbiedt, zijn vastgelegd in het ondersteuningsprofiel. Dit profiel kun je terugvinden in de schoolgids.

Leerwegondersteunend onderwijs (lwoo)

Leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) is bedoeld voor vmbo-leerlingen die extra hulp nodig hebben bij het halen van hun diploma. Dit kan bijvoorbeeld bijles omvatten.

Hulp op het vmbo

Als er aanwijzingen zijn dat je moeite hebt met leren, kan een school bijvoorbeeld:

Praktijkonderwijs (pro)

Praktijkonderwijs bereidt leerlingen voor op het vinden van werk. Dit type onderwijs is bedoeld voor leerlingen die beter leren door praktijkervaring dan door theoretisch onderwijs.

Naar het (voortgezet) speciaal onderwijs

Kinderen die veel of gespecialiseerde begeleiding nodig hebben, kunnen terecht bij het voortgezet speciaal onderwijs (vso). Dit geldt bijvoorbeeld voor kinderen met een (ernstige) lichamelijke of verstandelijke beperking.

Wat doet de basisschool als jouw kind achterloopt op klasgenootjes?

Als jouw kind achterblijft op klasgenootjes, heeft de basisschool diverse manieren om te helpen. Soms kan een speciale leraar (remedial teacher) worden ingezet om leerachterstanden aan te pakken. Een andere optie is dat jouw kind wordt overgeplaatst naar een school voor speciaal onderwijs.

Afstemmen van lesprogramma op jouw kind

Scholen kunnen vroegtijdig vertragingen in de ontwikkeling en leerachterstanden bij jouw kind opmerken. Dit kan gebeuren door middel van testen, toetsen, observaties door leraren en leerlingvolgsystemen. Als blijkt dat jouw kind leerproblemen heeft, kan de school bijvoorbeeld:

Indien deze maatregelen niet effectief blijken, kan jouw kind extra begeleiding krijgen.

Remedial teacher voor extra hulp bij leerproblemen

Remedial teachers zijn speciaal getraind om leerlingen met leerproblemen extra begeleiding te bieden, bijvoorbeeld voor leerlingen met dyslexie, dyscalculie of gedragsproblemen. Samen met jou kijkt de remedial teacher welke ondersteuning jouw kind nodig heeft, zoals extra hulp bij taal en rekenen. Aan het einde van de periode evalueert de remedial teacher met behulp van een toets of de aanpak succesvol is.

Daarnaast hebben scholen vaak een interne begeleider die individuele begeleiding aan kinderen biedt.

Schakelklas met extra taallessen

In een schakelklas krijgen basisschoolleerlingen met aanzienlijke taalachterstanden gedurende een schooljaar extra taallessen. Dit kan in deeltijd, voltijd of als verlengde schooldag plaatsvinden. Door de schakelklas kan jouw kind beter meekomen in de reguliere lessen.

Kind laten testen

Als jij, de school of de remedial teacher vermoedt dat jouw kind achterblijft in zijn of haar ontwikkeling, kun je ervoor kiezen om jouw kind te laten testen. Zo kun je bepalen welke vorm van hulp nodig is. Voor meer informatie hierover kun je terecht bij de school.

Overstap naar speciaal onderwijs

Als ondanks alle inspanningen van de basisschool de leerproblemen van jouw kind niet kunnen worden opgelost, kan de overweging worden gemaakt om over te stappen naar een school voor speciaal onderwijs. Dergelijke scholen hebben kleinere klassen en meer specialisten om te helpen.

Hoe krijgt jouw kind passend onderwijs?

Als ouder heb jij de vrijheid om een school te kiezen voor je kind. Dit dien je minstens 10 weken voor het begin van het nieuwe schooljaar te doen. Als je van mening bent dat jouw kind extra ondersteuning nodig heeft, is het belangrijk dit bij de aanmelding door te geven.

Verzekering van een geschikte onderwijsplek

De school waar je jouw kind aanmeldt, heeft de verantwoordelijkheid om jouw kind een geschikte onderwijsplek te bieden. Deze verplichting is vastgelegd in de zorgplicht. In samenwerking met jou onderzoekt de school welke extra ondersteuning jouw kind nodig heeft. Daarna beoordeelt de school of ze deze ondersteuning zelf kunnen bieden. Als dit niet het geval is, kan de school een plek op een andere reguliere of speciale school aanbieden die wel geschikt is.

De school heeft 6 weken de tijd om te beslissen of jouw kind kan worden toegelaten. In bepaalde gevallen kan de school deze termijn met maximaal 4 weken verlengen. Daarom is het van belang dat je jouw kind tijdig schriftelijk aanmeldt (minimaal 10 weken vooraf). Als je dit later doet, is er mogelijk niet genoeg tijd om je kind tijdig te plaatsen.

Zoektocht naar een geschikte onderwijsplek

Kan de school jouw kind niet toelaten? Dan is de school verplicht duidelijk aan te geven waarom dat zo is. De school moet dan in overleg met jou een passende onderwijsplek op een andere school aanbieden.

Daarbij moet rekening worden gehouden met:

  1. De behoeften van jouw kind.
  2. Jouw voorkeuren.
  3. De mogelijkheden van scholen in de regio. Dankzij deze regionale indeling kan jouw kind passend onderwijs krijgen dichtbij huis.

Als de school na 10 weken nog geen besluit heeft genomen over de toelating van jouw kind en jouw kind zit nog niet op een andere school, dan heeft jouw kind recht op een tijdelijke plaatsing op de school waar je jouw kind hebt aangemeld.

Niet eens met de aangeboden onderwijsplek

Ben je het niet eens met de beslissing over de toelating van jouw kind of met de voorgestelde onderwijsplek op een andere school? Probeer dan eerst samen met de school, het samenwerkingsverband of een onderwijsconsulent tot een passende oplossing te komen. Als dit niet lukt, zijn er enkele manieren waarop je bezwaar kunt maken.

Ontwikkelingsplan voor jouw kind

Als jouw kind is toegelaten en extra ondersteuning nodig heeft, zal de school in samenwerking met jou een ontwikkelingsperspectief opstellen. Dit plan omvat:

  1. De aanvullende begeleiding die jouw kind zal krijgen.
  2. Het beoogde eindniveau van jouw kind.
  3. De benodigde extra ondersteuning en zorg.

Als je het niet eens bent met het ontwikkelingsperspectief en je komt er niet uit met de school, kun je het samenwerkingsverband passend onderwijs in jouw regio inschakelen. De school van jouw kind zal je ook informeren welk samenwerkingsverband dit is. Als het probleem niet wordt opgelost, kun je kosteloos een beroep doen op een onderwijsconsulent. Als dit geen oplossing biedt, kun je een uitspraak aanvragen bij de landelijke geschillencommissie passend onderwijs.