Wat is het verschil tussen middelbaar en voortgezet onderwijs?

In Nederland worden de termen ‘middelbaar onderwijs’ en ‘voortgezet onderwijs’ vaak gebruikt als het gaat om het onderwijs dat volgt op de basisschool. Hoewel deze termen soms door elkaar worden gebruikt, zijn er nuances en specifieke verschillen die belangrijk zijn om te begrijpen. In dit artikel leggen we uit wat middelbaar onderwijs en voortgezet onderwijs precies inhouden, de verschillen ertussen en wat deze betekenen voor leerlingen en ouders.

Wat is middelbaar onderwijs?

Middelbaar onderwijs is een verzamelterm die vaak gebruikt wordt om het onderwijs aan te duiden dat leerlingen volgen na de basisschool. In Nederland valt middelbaar onderwijs onder de noemer ‘voortgezet onderwijs’, maar historisch gezien omvatte het ook andere vormen van onderwijs zoals middelbare vakscholen.

Onderdelen van middelbaar onderwijs

Wat is voortgezet onderwijs?

Voortgezet onderwijs is de officiële term voor het onderwijs dat leerlingen volgen na de basisschool. In feite omvat het voortgezet onderwijs alle vormen van middelbaar onderwijs in Nederland. Het doel van het voortgezet onderwijs is om leerlingen voor te bereiden op vervolgonderwijs of de arbeidsmarkt.

Doelen van voortgezet onderwijs

Verschillen tussen middelbaar en voortgezet onderwijs

Hoewel de termen vaak door elkaar gebruikt worden, zijn er enkele belangrijke verschillen en nuances te begrijpen.

Gebruik van de termen

Geschiedenis en ontwikkeling

Onderwijstrajecten en doelen

Samenvatting van de verschillen

Hier is een overzicht van de belangrijkste verschillen tussen middelbaar en voortgezet onderwijs:

Conclusie: middelbaar en voortgezet onderwijs

Het verschil tussen middelbaar en voortgezet onderwijs ligt vooral in het gebruik en de context van de termen. Middelbaar onderwijs is een informele en historische term die breder kan worden geïnterpreteerd, terwijl voortgezet onderwijs de formele term is die wordt gebruikt voor het huidige onderwijssysteem na de basisschool, bestaande uit VMBO, HAVO en VWO. Voor leerlingen en ouders is het belangrijk om deze nuances te begrijpen, zodat zij beter geïnformeerde keuzes kunnen maken over het onderwijs en de toekomst van de leerlingen.

Hoe lang moet een school de gemaakte examens bewaren?

Een school is verplicht om het werk van het centraal examen te bewaren gedurende minimaal 6 maanden na de bekendmaking van de uitslag. Dit geldt eveneens voor de bijbehorende cijferlijst en de opgaven die door de leerling zijn gebruikt. Voor schoolexamens geldt echter geen specifieke bewaartermijn.

Afwezigheid van bewaartermijn voor schoolexamens

Het al dan niet bewaren van gemaakte opgaven van schoolexamens, en de duur ervan, wordt door scholen zelf bepaald. Meestal creëert de school een examendossier waarin het volgende wordt opgeslagen:

  1. De resultaten van toetsen;
  2. Praktische opdrachten;
  3. Handelingsopdrachten;
  4. Werkstukken.

Toegang tot examenwerk

Leerlingen, ouders of wettelijke vertegenwoordigers hebben het recht om het werk voor het (centraal) examen en de cijferlijst op school in te zien. Hierbij moet echter een vertegenwoordiger van de school aanwezig zijn.

Kan je een particuliere school oprichten?

Als burger heb je de mogelijkheid om een particuliere (bijzondere) school op te richten en deze volgens jouw eigen visie in te richten. Dit valt onder het recht op Vrijheid van onderwijs.

Erkenning van een particuliere school

Iedereen in Nederland heeft het recht om een particuliere school op te richten. Als het gaat om een school in het basisonderwijs of voortgezet onderwijs, voor leerlingen die onder de leerplicht of kwalificatieplicht vallen, dan moeten de Burgemeester en Wethouders van de gemeente waar de school zich bevindt, deze school erkennen.

Als je een particuliere school in het basisonderwijs of voortgezet onderwijs wilt laten erkennen, dien je de oprichting binnen 4 weken na de feitelijke start van de school te melden aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).

Verschillende gegevens zijn vereist:

De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt of de school voldoet aan de eisen. Vervolgens brengt de inspectie een bindend advies uit aan de Burgemeester en Wethouders van de betreffende gemeente. Zelfs na de erkenning blijft de Onderwijsinspectie toezicht houden om te waarborgen dat de school zich aan de wet- en kwaliteitseisen houdt.

Financiering van particuliere scholen

Particuliere scholen ontvangen geen financiële steun van de overheid. De kosten worden gedragen door ouders of andere partijen (zoals bedrijven). Hierdoor kunnen de schoolkosten hoger zijn dan die van openbare of bijzondere scholen.

Komen werkgevers in aanmerking voor subsidie als ze een leerplek aanbieden?

Ja, erkende leerbedrijven kunnen subsidie ontvangen als ze een leerplek aanbieden. Deze subsidie wordt verstrekt via de Subsidieregeling praktijkleren. Het doel van deze regeling is om werkgevers tegemoet te komen in de kosten voor begeleiding van leerlingen en studenten. Deze regeling is van kracht sinds 1 januari 2014 en loopt tot en met 31 december 2023.

Wat is de Subsidieregeling praktijkleren?

De Subsidieregeling praktijkleren heeft als doel om werkgevers aan te moedigen om praktijk- en werkleerplekken aan te bieden. Jaarlijks wordt er €205 miljoen beschikbaar gesteld door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). De subsidie, die maximaal € 2.700 per praktijk- of werkplek bedraagt, is bedoeld om de kosten te dekken die werkgevers maken voor de begeleiding van leerlingen, deelnemers of studenten, evenals de loon- of begeleidingskosten.

Voor wie is de Subsidieregeling praktijkleren bedoeld?

Deze regeling is bedoeld om de volgende groepen te ondersteunen:

Welke leerlingen en studenten komen in aanmerking?

Erkende leerbedrijven kunnen subsidie aanvragen als ze begeleiding bieden aan:

Voor gedetailleerde voorwaarden van de subsidieregeling praktijkleren kun je terecht op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Hoe vraag je de subsidie aan?

Bedrijven kunnen de subsidie voor leerplekken aanvragen bij de RVO, die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de regeling.

Vervanging van Afdrachtvermindering onderwijs

De Subsidieregeling praktijkleren heeft de eerdere Afdrachtvermindering onderwijs vervangen. De Belastingdienst blijft echter controleren of de Afdrachtvermindering onderwijs sinds 2008 correct is toegepast.

Wanneer kun jij als scholier een tegemoetkoming in schoolkosten krijgen?

Onder specifieke voorwaarden kom je in aanmerking voor een tegemoetkoming in je schoolkosten. Deze regeling is beschikbaar voor personen tussen de 18 en 30 jaar oud. Daarnaast wordt het bedrag van de bijdrage beïnvloed door het type school en je nationaliteit.

Tegemoetkoming voor scholieren

De tegemoetkoming is geen lening, maar een gift. Dit wordt aan jou verstrekt omdat je ouders vanaf je 18e jaar geen kinderbijslag meer voor je ontvangen. Met dit geld kun je bijvoorbeeld de volgende kosten dekken:

  1. boeken;
  2. een busabonnement;
  3. treinabonnement;
  4. lesgeld.

De tegemoetkoming bestaat uit verschillende componenten. Het bedrag bestaat uit een basisbedrag en eventueel een aanvullend bedrag. De hoogte van het basisbedrag wordt bepaald door je woonsituatie. Je moet de tegemoetkoming zelf aanvragen.

Voorwaarden voor de tegemoetkoming voor scholieren

Om in aanmerking te komen voor deze bijdrage, moet je voldoen aan de voorwaarden voor de tegemoetkoming voor scholieren:

Leeftijd

Je moet tussen de 18 en 30 jaar oud zijn. Als je in het voortgezet speciaal onderwijs (vso) zit, kun je de tegemoetkoming tot je 20e ontvangen.

Schoolsoort

Je moet in Nederland naar school gaan en een voltijdopleiding volgen in:

  1. voortgezet onderwijs (vwo, havo, vmbo, lwoo, praktijkonderwijs);
  2. voortgezet algemeen volwassenen onderwijs (vavo);
  3. voortgezet speciaal onderwijs (vso).

Val je onder het Besluit samenwerking VO-BVE (ook bekend als de Rutte-regeling of ‘uitbesteden van leerlingen’)? Dan kun je ook recht hebben op de tegemoetkoming voor scholieren. Je moet dan wel aan alle andere voorwaarden voldoen, waaronder de leeftijd.

Nationaliteit

Je moet de Nederlandse nationaliteit hebben. Heb je niet de Nederlandse nationaliteit? Dan is het in bepaalde gevallen toch mogelijk om in aanmerking te komen voor de tegemoetkoming. Op de website van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) vind je het aanvraagformulier en kun je controleren of je in aanmerking komt voor de tegemoetkoming voor scholieren.

Tegemoetkoming voor deeltijdstudenten

Onder specifieke voorwaarden kun je als deeltijdstudent in aanmerking komen voor de tegemoetkoming voor deeltijdstudenten. Deze tegemoetkoming wordt jaarlijks uitgekeerd en bestaat uit een bijdrage voor het cursusgeld en een bijdrage voor schoolkosten.

Voor de tegemoetkoming voor deeltijdstudenten gelden de volgende aanvullende voorwaarden:

  1. Je volgt een vmbo-tl-, havo-, vwo- of vavo-opleiding in deeltijd met minimaal 270 lesminuten per week of ten minste 2 schriftelijke vakken;
  2. De tegemoetkoming voor deeltijdstudenten is afhankelijk van het inkomen van jou en, indien van toepassing, je partner;
  3. Je ontvangt geen studiefinanciering of andere tegemoetkoming van DUO.

Op de website van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) vind je het aanvraagformulier en kun je nagaan of je in aanmerking komt voor de tegemoetkoming voor deeltijdstudenten.

Wanneer kom ik in aanmerking voor vermindering, vrijstelling of teruggave van cursusgeld (mbo en vavo)?

Of je minder cursusgeld voor een deeltijdopleiding moet betalen, geen cursusgeld hoeft te betalen (vrijstelling) of een deel van het cursusgeld terugkrijgt, hangt af van jouw situatie. Je kunt vermindering, vrijstelling of teruggave van cursusgeld aanvragen bij de instelling waar je de cursus volgt.

Cursusgeld betalen

Je betaalt cursusgeld als je op 1 augustus van het studiejaar 18 jaar of ouder bent en als je een van de volgende opleidingen volgt:

  1. een opleiding in de beroepsbegeleidende leerweg (BBL);
  2. een deeltijdcursus in het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo).

Minder cursusgeld betalen

Als je je inschrijft tijdens een lopende cursusperiode, betaal je alleen cursusgeld voor de maanden waarin je nog deelneemt aan de cursus.

Vrijstelling van cursusgeld

Als je 2 opleidingen volgt bij dezelfde instelling en je betaalt al lesgeld voor een voltijds beroepsopleidende leerweg (BOL) of een voltijdopleiding aan het vavo, hoef je voor de tweede opleiding geen cursusgeld te betalen.

Indien je op 1 augustus aan het begin van het studiejaar jonger dan 18 bent en je volgt een deeltijdopleiding aan het vavo, hoef je gedurende het hele studiejaar geen cursusgeld te betalen.

Teruggave van cursusgeld

In bepaalde situaties kun je (een deel van) het cursusgeld terugkrijgen:

  1. Je schrijft je uit vóór de eerste lesdag.
  2. Je schrijft je in bij een dagschool in dezelfde periode waarin je cursusgeld betaalt.
  3. Je wordt ernstig ziek.
  4. Je hebt te maken met bijzondere familieomstandigheden, zoals ziekte of overlijden van een familielid.

Je krijgt van de instelling 1/12 van het cursusgeld terug voor elke maand dat je de cursus niet volgt.

Als je overlijdt, krijgen je nabestaanden (een deel van) het cursusgeld terug.

Diploma behaald voor het einde van de cursus

Heb je voor het einde van het cursusjaar een diploma behaald? Dan kun je voor elke resterende maand 1/10 van het cursusgeld terugkrijgen van de instelling.

Wanneer krijg je vermindering, vrijstelling of teruggave van lesgeld?

Of je minder lesgeld voor een voltijdopleiding moet betalen, geen lesgeld hoeft te betalen (vrijstelling) of een deel van het lesgeld terug krijgt, hangt af van jouw situatie. Je kunt vermindering, vrijstelling of teruggave van lesgeld aanvragen bij Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).

Lesgeld betalen

Je betaalt lesgeld voor je opleiding als je voltijds naar school gaat en 18 jaar of ouder bent, of als je voltijds volwassenenonderwijs (vavo) volgt.

Minder lesgeld betalen

Indien je je na 1 november inschrijft (latere instroom), betaal je alleen lesgeld voor de resterende maanden van het schooljaar. Op de website van DUO kun je lezen hoeveel lesgeld je betaalt bij latere instroom.

Vrijstelling van lesgeld

In de volgende situaties hoef je geen lesgeld te betalen:

Teruggave van lesgeld

Als je je opleiding beëindigt en al lesgeld hebt betaald, kun je in sommige gevallen dit geld geheel of gedeeltelijk terugkrijgen. Op de website van DUO vind je alle informatie over het terugkrijgen van lesgeld.

Wil je lesgeld terugvragen voor een particuliere opleiding? Dan moet je dit doen bij de instelling waar je de opleiding volgt.

Niet de Nederlandse nationaliteit

Heb je niet de Nederlandse nationaliteit en daardoor geen recht op studiefinanciering of een tegemoetkoming voor scholieren? Dan kun je een verzoek indienen om geen lesgeld te hoeven betalen. Dit heet buiteninvordering van lesgeld. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:

Het verzoek moet voor het einde van het studiejaar (uiterlijk 31 juli) worden ingediend.

Je kunt het formulier “Verzoek buiteninvorderingstelling lesgeld” downloaden van de website van DUO.

Wat moet je weten als je van het vmbo naar het mbo gaat?

Als je komend schooljaar de overstap maakt van het vmbo naar het mbo, is het essentieel om zorgvuldig na te denken over je studiekeuze. Ook is het belangrijk om je vóór 1 april aan te melden voor een mbo-opleiding en om te overwegen welke kosten bij het studeren komen kijken, evenals of je recht hebt op een studentenreisproduct.

Het kiezen van een mbo-opleiding

Op Kiesmbo.nl kun je een interessetest invullen om te ontdekken welke opleiding aansluit bij je interesses en sterke punten. Hier vind je informatie over diverse opleidingen en krijg je een overzicht van open dagen op verschillende scholen. Daarnaast leer je meer over de vier niveaus van het mbo en de beschikbare leerwegen.

Tijdig aanmelden bij de mbo-opleiding

Zorg ervoor dat je je vóór 1 april aanmeldt voor het aankomende schooljaar bij de mbo-opleiding van je keuze. Indien je aan de toelatingseisen voldoet, mag je worden toegelaten tot de opleiding.

Soms zijn er beperkte plaatsen beschikbaar voor een specifieke opleiding. Deze informatie vind je op de website van de desbetreffende school. Daar wordt tevens vermeld vanaf wanneer je je kunt inschrijven. In sommige gevallen wordt er geloot. Meestal worden opleidingsplaatsen toegewezen op basis van volgorde van aanmelding. Vroege aanmeldingen maken dus meer kans op een plek. Wees dus op tijd.

Studiekosten

Op duo.nl/rekenhulp kun je de kosten van je studie berekenen. Vanaf je 18e heb je recht op studiefinanciering.

Als je jonger bent dan 18, hebben je ouders recht op kinderbijslag en hoef je geen lesgeld of cursusgeld te betalen.

Aanvragen van een studentenreisproduct

Je kunt ook via duo.nl een studentenreisproduct aanvragen. Hiermee kun je vrij reizen of met korting reizen met de trein, bus, tram en metro, zelfs als je nog geen 18 bent.

Wat zijn de voorwaarden voor het oprichten van een nieuwe school?

Als gemeenten, schoolbesturen of ouders het initiatief nemen om een nieuwe school op te zetten met financiële steun (bekostiging) van de overheid, moeten zij voldoen aan wettelijke vereisten. Het is onder andere noodzakelijk dat de nieuwe school kwalitatief goed onderwijs zal bieden en dat er voldoende interesse is van ouders en leerlingen.

Vereisten voor het oprichten van een school

Gemeenten, schoolbesturen of ouders die het plan hebben om een nieuwe school op te richten, moeten vooraf kunnen aantonen dat:

Een manier om dit aan te tonen is door verklaringen van ouders die van plan zijn om hun kind naar de nieuwe school te sturen, of door middel van een marktonderzoek. De voorwaarden voor het meten van interesse voor basisscholen en middelbare scholen staan vermeld op de website van DUO.

De eisen voor goed onderwijs zijn opgenomen in het Advieskader nieuwe scholen. Dit omvat onder andere eisen met betrekking tot burgerschapsonderwijs en het minimum aantal lesuren. De Inspectie van het Onderwijs beoordeelt vooraf of de nieuwe school in staat is om kwalitatief goed onderwijs te verzorgen.

Bestuurders en toezichthouders dienen een Verklaring Omtrent het Gedrag te overleggen.

Voorafgaand overleg met scholen en gemeente

Degene die plannen heeft voor het oprichten van een nieuwe school, dient vooraf in gesprek te gaan met:

De initiatiefnemers kunnen met de schoolbesturen bespreken of het concept van de nieuwe school binnen een bestaande school past.

Dit samenwerkingsverband kan aanvullende ondersteuning bieden voor leerlingen op de nieuwe school die beperkingen, leerproblemen of gedragsproblemen hebben.

In overleg met de gemeente kan de nieuwe school bijvoorbeeld de huisvesting bespreken.

Andere overwegingen voor een nieuwe school

Als initiatiefnemer van een nieuwe school dien je vooraf na te denken over zaken als:

Belangrijke datums voor het oprichten van een school

Initiatiefnemers voor een nieuwe school dienen in november een aanvraag in te dienen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). In juni van het daaropvolgende jaar beslist de minister van onderwijs of de nieuwe school van start kan gaan. De school kan dan starten 14 maanden na deze beslissing.

De specifieke datums waarop initiatiefnemers voor een nieuwe school bepaalde zaken uiterlijk moeten regelen, zijn te vinden in de kalender met belangrijke datums. Meer informatie over de belangrijke datums voor basisscholen en het voortgezet onderwijs is beschikbaar op de relevante websites.

Waar kun je een overzicht vinden van erkende opleidingen?

Er zijn drie registers met erkende opleidingen opgesteld door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Voor het particulier voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) is er het register Niet-bekostigde Educatie. Het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO) betreft het hoger onderwijs (hogescholen en universiteiten), en het Centraal Register Beroepsopleidingen (Crebo) omvat het mbo.

Er zijn drie afzonderlijke lijsten voor erkende onderwijsinstellingen:

Voor het basisonderwijs en voortgezet onderwijs zijn er geen aparte registers.

In het register Niet-bekostigde Educatie zijn alle erkende particuliere scholen voor voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) opgenomen. Dit register wordt door het ministerie van OCW aan het begin van elk schooljaar gepubliceerd.

Voor erkende mbo-opleidingen kun je het Centraal Register Beroepsopleidingen (Crebo) raadplegen. Dit register wordt beheerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).

Voor erkende hogescholen en universiteiten in Nederland kun je het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO) raadplegen. Dit register wordt ook bijgehouden door DUO.